De spEnenfee
Het is tijd om het speentje weg te doen voor Hazel. Ik zit naast haar op de rand van haar bed. Ze ruikt naar lavendel, haar huidje glimmend en haar haren nat. ‘Zullen we hem morgen naar de spenenfee brengen?’ Ze kijkt me aan. ‘Maar hoe komen we bij haar? Gaan we dan samen naar een wolkje?’